info-steel-38

len. De precisie ter plaatse van deze 12 m-lijn is eveneens terug te vinden op de 18 m-lijn, waar drie stalen kolommen van 15 mm dik via een vormvaste stalen borstwering en schuif- verbindingen de windlasten doorgeven aan de houten kern. De schuifverbindingen bestaan uit twee L-profielen met verticale uitsparingen voor de bewegende moeren van de tussenlig- gende kolom. De stalen kaders van de verticale vouwramen zorgen ervoor dat het geheel niet wegknikt. Verscheidene ingrepen voorzien de houten stabilisatoren op krimp. Niet alleen de schuifverbindingen staan hiervoor in, maar er zijn eveneens spaties ontworpen net boven de sapelli deurkaders. Het constructieve vernuft is ook architecturaal doorgezet in het dak. Voor de uitkragende zone zijn gelammelleerde balken als het ware neer- geklapt en naast elkaar geplaatst als een 20 cm dikke basis voor de dakopbouw. Daar waar ze elkaar in de hoeken treffen, zijn de balken in verstek gezaagd en met staalplaten aan elkaar verbonden. In één van de vier hoeken is een heldere oplossing gevonden voor het trapgat sion à l’endroit de cette ligne de 12 m se retrouve également sur la ligne de 18 m où trois colonnes en acier de 15 mm d’épaisseur transfèrent les charges de vent au noyau en bois via un garde-corps en acier indéformable et des assemblages coulissants. Ces assemblages coulissants sont constitués de deux profils en L avec des évidements verticaux pour les écrous mobiles de la colonne intermédiaire. Les cadres en acier des fenêtres panoramiques ver- ticales font en sorte que l’ensemble ne flambe pas. Diverses interventions sont assurées par les stabi- lisateurs en bois sur le retrait. Non seulement les assemblages coulissants en sont responsables, mais des espacements ont été également conçus juste au-dessus des cadres de portes en sapelli. L’ingéniosité de la construction se poursuit égale- ment dans la toiture au niveau architectural. Pour la zone en porte-à-faux, des poutres lamellaires sont comme qui dirait rabattues et placées les unes à côté des autres sous la forme d’une base épaisse de 20 cm pour la composition de la toi- ture. Aux endroits où elles se rencontrent dans les angles, les poutres sont sciées à onglet et reliées mutuellement par des tôles en acier. Dans l’un 41