info-steel-40

Opslag en vervoer Na afkoeling aan de lucht of in water en een visuele inspectie, eventueel gevolgd door een nabehande- ling, kunnen de verzinkte stukken onmiddellijk gestapeld of vervoerd worden. Om de vorming van ‘witroest’ (witte vlekvorming op het zink) tegen te gaan, moeten de verzinkte stukken dusdanig worden gestapeld dat er overal een goede luchtcir- culatie aanwezig is. Dit gebeurt door ze gescheiden te houden met behulp van droog, harsvrij hout en ze zeker niet op de grond te leggen. Het is ook aangeraden om een helling te geven aan de gesta- pelde stukken, vooral voor de vlakke producten, om de stagnatie van het water te vermijden. Laagdikte Voornamelijk de dikte van het staal bepaalt de laagdikte van het zink. De minimaal vereiste laag- diktes liggen vast in de verzinkingsnormen. Er zijn echter een paar andere factoren die een belang- rijke rol spelen: • Bepaalde siliciumhoudende staalsoorten zijn bijzonder reactief ten opzichte van het gesmolten zink en deze geven aanleiding tot lagen die zeer dik kunnen zijn (zie afbeelding Sandelin-zone). Ook fosfor en de combinatie silicium-fosfor hebben een soortgelijk effect. De norm voor handels- kwaliteiten warmgewalst staal (EN 10025- 2:2004) maakt een verdeling in klassen, als richtlijn voor de geschiktheid voor verzinken : Staal in klasse 1 en 3 kan verzinkt worden, staal in klasse 2 vereist speciale zink- legeringen. Bovendien is het van belang voor een uniform uiterlijk in een project, de bestelling te plaatsen bij één handelaar. • Bij grotere ruwheid van het te verzinken oppervlak is de wisselwerking tussen het staal en het gesmolten zink groter en dat leidt tot grotere laagdiktes. Entreposage et transport Après refroidissement à l’air ou à l’eau et après une inspection et un nettoyage éventuel, les pièces galvanisées peuvent être immédiatement entreposées ou transportées. Afin d’éviter la formation de 'rouille blanche', le stockage des pièces galvanisées sera fait de manière à assurer une bonne circulation d’air partout. Il suffit pour cela de les séparer les unes des autres à l’aide de lattes de bois sec et sans résine. Il est conseillé de donner une légère pente au pièces stockées, surtout en cas de produits plats, afin d’éviter la formation d’eau stagnante sur la surface. Épaisseur de la couche de zinc L’épaisseur de la couche de zinc est essentiel- lement déterminée par l’épaisseur de paroi de l’acier, les épaisseurs minimales requises sont reprises dans les normes en vigueur. Il y a toute- fois d’autres facteurs importants, qui peuvent influencer grandement les épaisseurs obtenues : • Certains types d’acier contenant du silicium sont particulièrement réactifs envers le zinc fondu et donnent lieu à la formation de couches parfois très épaisses (voir la zone de Sandelin) dont l’adhérence peut être moins bonne. Il en est de même pour le phosphore et la combinaison silicium-phosphore. La norme pour les produits laminés à chaud en aciers de construction (EN 10025-2:2004) prévoit une division en classes afin de définir l'aptitude à la galvanisation à chaud. Les classes I et III sont aptes à la galva, la classe II requiert des alliages de zinc spécifiques. Pour obtenir un aspect uniforme de la surface, il est important de commander l'acier chez un seul fournisseur. • Plus la surface de l’acier à galvaniser est rugueuse, plus elle est réactive et plus la couche sera épaisse. % elementen (massa)_% éléments (masse) Si Si + 2,5 P P klasse 1 _classe 1 ≤ 0,03 0 ≤ 0,09 - klasse 2 _classe 2 ≤ 0,35 - - klasse 3 _classe 3 0,14 ≤ Si ≤ 0,25 - ≤ 0,035 74