info-steel-41

Normen voor gewapend betonstaal Het bureau voor normalisatie (NBN) publiceerde de normen NBN A 24-301 tot A 24-304 met betrekking tot betonstaal 1 . Deze normen worden aangevuld door diverse technische voorschriften (PTV 302 tot 308), uitgewerkt in het kader van de certificering in een optiek van toenadering met de Europese regelgeving. Deze PTV’s hebben tevens een normatieve waarde. Volgens de norm NBN A 24-301 worden de volgende types staal voor beton onderscheiden: • Staven met een maximale diameter van 40 mm (uitgebreid tot 50 mm in PTV 302); het zijn warmgewalste producten in de vorm van afzonderlijke staven ; • Walsdraden met een maximale diameter van 16 mm (NBN A 24-302, uitgebreid tot 20 mm in PTV 302); het betreft warmgewalste producten in de vorm van opgerolde draden ; • Koudvervormde draden met een maximale diameter van 16 mm (NBN A 24-303 en PTV 303) ; • Gelaste wapeningsnetten, panelen en tralielig- gers bestaande uit draden (koudvervormde of warmgewalste) met een maximale diameter van 16 mm (NBN A 24-304 en PTV 304 tot 308). De meeste betonstalen zijn geribd, d.w.z. dat ze oneffenheden aan het oppervlak vertonen (nerven), die ervoor zorgen dat ze beter aan het beton kleven. In mindere mate wordt er ook glad- staal gebruikt (enkel bij staalsoort 220). Het is de elasticiteitsgrens (in MPa of N/mm²) van het betonstaal die de in de berekeningen te gebruiken soort aangeeft. In de norm NBN A 24-301 worden drie staalsoorten vermeld: 220, 400 en 500. Staalsoort 500 is de enige die gebruikt wordt voor staal met een hoge hechting 2 Conform de Belgische normen NBN A 24-301 tot A 24-304, wordt staal voor beton op de volgende wijze aangeduid: • door aanduiding van het soort wapening (staaf of walsdraad, koudvervormde draad of Les normes pour aciers pour béton armé Le bureau de normalisation (NBN) a publié les normes NBN A 24-301 à A 24-304 relatives à l’acier pour béton 1 . Ces normes sont complétées par différentes prescriptions techniques (PTV 302 à 308), élaborées dans le cadre de la certification dans une optique de rapprochement avec la régle- mentation européenne. Ces PTV revêtent égale- ment une valeur normative. Selon la norme NBN A 24-301, on distingue les types d’acier pour béton suivants : • les barres d’un diamètre maximum de 40 mm (étendu à 50mm dans le PTV 302); ce sont des produits laminés à chaud sous forme de barres séparées ; • les fils laminés d’un diamètre maximum de 16 mm (NBN A 24-302, étendu à 20 mm dans le PTV 302); il s’agit de produits laminés à chaud sous forme de fils enroulés ; • les fils écrouis à froid d’un diamètre maximum de 16 mm (NBN A 24-303 et PTV 303) ; • les treillis soudés, panneaux et poutre-treillis composés de fils (écrouis à froid ou laminés à chaud) d’un diamètre maximum de 16 mm (NBN A 24-304 et PTV 304 à 308). La plupart des aciers à béton sont nervurés, c’est-à-dire qu’ils présentent des aspérités de surface (nervures) qui améliorent leur adhé- rence au béton. On utilise également, dans une moindre mesure, de l’acier lisse (uniquement dans la nuance d’acier 220). C’est la limite d’élasticité (en MPa ou N/mm²) de l’acier pour béton, qui indique la nuance à utiliser dans les calculs. La norme NBN A 24-301 cite trois nuances d’acier : 220, 400 et 500. La nuance d’acier 500 est la seule utilisée pour les aciers à haute adhérence 2 Conformément aux normes belges NBN A 24-301 à A 24-304, l’acier pour béton est désigné de la manière suivante : • par l’indication du type d’armature (barre ou fil laminé, fil écroui à froid ou treillis soudé), 2. Type 220, de zwakste soort, is enkel beschikbaar in de vorm van vlakstaal en wordt best niet gebruikt voor de berekende wapening, omwille van de grote variatie aan mechanische eigenschappen inherent aan het productieproces. Het BENOR-merk is overigens niet toegekend aan deze staalsoort. Het type 220 wordt echter nog steeds gebruikt voor hulpwapeningen (bv. hijshaken). 2. La nuance 220, la plus faible, n’est disponible que sous forme d’acier lisse et il vaut mieux ne plus l’utiliser pour l’armature calculée, en raison de la grande variation des propriétés mécaniques inhérente au procédé de production. Par ailleurs, la marque BENOR n’est pas attribuée à l’acier de cette nuance. La nuance 220 est toutefois encore utilisée pour les armatures auxiliaires (p. ex. crochets de levage). 78 1. De Europese norm EN 10080 inzake geribd betons- taal werd uitgegeven in 2005 in het kader van de Euro- pese normalisering, maar heeft op heden geen enkel praktisch nut meer. 1. Par ailleurs, la norme européenne EN 10080 relative à l’acier nervuré pour béton a été éditée en 2005 dans le cadre de la normalisation européenne mais n’est actuellement d’aucune utilité pratique.