info-steel-50

• Onderhoud van het originele handvat in messing (waarvan de look overeenstemt met die van de handvaten van het te restaureren binnenschrijnwerk), waarbij de oorspron- kelijke rotatiebeweging is omgezet in een translatiebeweging door de schuine kant van de geplaatste slotkast; • integratie van dubbele beglazing (op het gelijkvloers en de eerste verdieping), wat resulteerde in een U-waarde van 3,7 W/m 2 K in plaats van 6 W/m 2 K. 
 Ter hoogte van de metaal-metaalcontacten van bepaalde vaste onderdelen was een duurzame behandeling noodzakelijk om hun afsluiting te realiseren en de vereiste lucht- en water- dichtheidsklasse te bereiken. Ze waren immers stuk voor stuk vervormd onder invloed van thermische dilataties, oppervlaktecorrosie en de plooiing van bepaalde onderdelen zoals de dwarsregels. Dit euvel werd overduidelijk vast- gesteld tijdens de realisatie van het prototype en zijn passage in het laboratorium van het WTCB. Reconstructie via assemblage Bepaalde frames moesten volledig vernieuwd worden aangezien ze erg verwrongen waren. Voor de vernieuwing van de KP-elementen zijn Franse PML-profielen gebruikt. Voor de GP-elementen die te beschadigd geacht werden, moesten de profie- len gereconstrueerd worden via de assemblage van klassieke profielen (schroefboutverbinding en laswerk). Dit omdats geen enkel huidig profiel op dezelfde manier gedimensioneerd is. Mooie referentie Voor Anne Dejeond, directeur van de ijzersmederij, is deze bijzondere restauratieopdracht een mooi visitekaartje: ‘Gewoonlijk spitsen we ons toe op nieuwe constructies, met het oog op de realisatie van elementen die uit de band springen en die het gebouw in kwestie een architecturale touch geven. Hoewel het om een restauratie ging, strookte deze omvangrijke werf met onze gewoonten aangezien het eveneens om een artisanaal werk ging. Als het aankomt op renovaties, is dit project zonder twijfel onze grootste referentie.’ • maintien de la poignée en laiton d’ori- gine (dont le look correspond à celui des poignées des menuiseries intérieures à restaurer) dont le mouvement rotatif initial sera modifié en mouvement translatoire par le biais d’un boîtier appliqué ; • intégration d’un double vitrage (au rez-de-chaussée et au premier étage) permettant d’obtenir une valeur U pour les châssis de l’ordre de 3,7 W/m 2 K à la place de 6 W/m 2 K. 
 Au droit des contacts métal/métal de certaines parties fixes, il a été indispensable de trouver un traitement durable pour résoudre leur obturation et atteindre les classes d’étanchéité et d’imper- méabilité requises. En effet, tous ces contacts métal/métal ont subi des déformations dues aux dilatations thermiques, à la corrosion superfi- cielle, au voilement de certaines pièces telles que les traverses par exemple. Cet inconvénient avait clairement été détecté lors de la réalisation du prototype et de son passage au laboratoire du CSTC. Reconstitution par assemblage Certains châssis, très altérés, ont nécessité un renouvellement complet. Les profilés français « PML » ont ainsi été utilisés pour le renouvelle- ment des châssis PP ; pour la reconstruction des GP jugés trop dégradés pour être conservés, les profils ont dû être reconstitués par assemblage (vissage et soudage) de profils classiques dispo- nibles sur le marché, vu qu’aucun profil actuel ne répondait au même dimensionnement. Une belle référence Pour Anne Dejeond, gérante de la ferronnerie, ce chantier de restauration constitue une belle carte de visite. ‘Nous travaillons généralement sur des constructions neuves, toujours pour réaliser des ouvrages qui sortent des standards et apportent une touche architecturale au bâti- ment. Cet énorme chantier, bien qu’en restau- ration, correspondait bien à ce que nous avions l’habitude de faire puisqu’il s’agissait également d’un travail artisanal. Il s’agit clairement de notre plus grosse référence en rénovation.’ 67