L’Emulation wilde zich in het hart van Luik vestigen in een neoklassiek gebouw. Het theater werd opgetrokken tussen 1934 tot 1939 op de plaats van het oude gebouw dat door in 1914 werd vernietigd.
Omdat het niet meer aan de huidige noden beantwoordde, moest het gebouw grondig gerenoveerd worden zodat het aan een tweede leven kon beginnen. De inrichting van de grote zaal werd volledig herdacht.
Zoals steeds in dergelijke gevallen bestond de uitdaging erin een nieuwe structuur in te passen in een gebouw waarvan de oude architectuur coherent en kwaliteitsvol was.
Er werd gekozen voor een zelfdragende structuur, samengesteld uit twee primaire liggers met variabele inertie (PRS). Op dit dragend onderdeel komen secundaire vakwerkliggers, eveneens met variabele inertie.
De vorm is eenvoudig en de afwerking door middel van een houten enveloppe die de structuur bedekt - zonder er de vorm van te verbergen - staat borg voor de leesbaarheid van de eigentijdse ingreep.